In de Zeeuwse hemel

Pianist Martijn Smits en ondergetekende waren uitgenodigd voor een optreden in Oost-Souburg, het dorp waar ik geboren en getogen ben. Mijn vader woont nog steeds in hetzelfde huis.

In opdracht van de Protestantse Kerk maakten we een zandconcert van circa een uur, geheel op maat. Er waren eigenlijk twee thema’s: De weg van Hemelvaart naar Pinksteren, en het thema ‘Verbonden in vrijheid’. Dat laatste had te maken met de uitwisseling met een groep mensen van een Duitse zustergemeente, die ten tijde van het Zandconcert de gemeente in Zeeland bezochten. Ds. Eeuwout van der Linde verzorgde een briefing die de aftrap van ons denk- en maakproces vormde. We kregen daarbij veel vrijheid en vertrouwen, en dat is nu net de combinatie die ons vleugels geeft.

In gesprek met pianist Martijn probeerde ik uit te vinden hoe we dit zandconcert gingen invullen. Hoewel de thema’s tamelijk abstract waren, vond Martijn er meteen een aantal componisten erbij, waaronder de illustere Brucken Fock. Nooit van gehoord? Martijn dus wel: G.H.G. Von Brucken Fock is zowaar een Zeeuwse componist, die door zijn vriend Grieg ‘de Nederlandse Chopin’ werd genoemd. Geïnspireerd door de wetenschap dat hij op een mooie vleugel zou kunnen spelen, durfde Martijn ook de minder toegankelijke maar etherische Messiaen op het programma te zetten, en zeker ook Bach.

Ikzelf vond houvast bij de bijbelse beeldtaal, – maar we wilden het ook niet ál te religieus maken. Om er wat lucht in te brengen zong ik al zandtekenend de smartlap ‘Ik ga Pappie tegemoet’, – heel toepasselijk voor Hemelvaartsdag. Bij het thema ‘Verbonden in vrijheid’ besloten we beelden te laten zien van een woestijnoorlog, en een vluchtelingenstroom die onze gezamenlijke (Duits/Nederlandse) vrijheid opzoekt, en daar hulp vindt, maar ook een bizarre cultuur en een carnavalsfeestje dat een beetje uit de hand loopt.

Via Leonard Cohens Anthem, (“there is a crack in everything/ that’s how the light gets in”) sloten we af met Bachs Erbarme Dich, uit de Matthaeus Passion, door Martijn gespeeld op het historische kerkorgel.

Ons publiek, bestaande uit een bomvolle kerk, jong en oud door elkaar, legde het hele traject aandachtig en betrokken met ons af, en reageerde precies hoe we hoopten. Vanuit de losgeslagen carnavalsbende en het meeklappen werden ze weer muisstil tijdens Bach. Om na de slotnoten uit te barsten in een hartverwarmende staande ovatie. Gelukkig hadden we nog een toegift achter de hand. Wat anders dan Op een Mooie Pinksterdag?

Mijn bejaarde vader kwam me omhelzen, en eenmaal bij hem thuis waren de bloemen die ik van de dominee kreeg (mag je een dominee dan kussen? Ja, dat mag) uiteraard voor hem.